
St-Jakobsschelp
Pecten maximus, Placopecten magellanicus, Argopecten purpuratus, Mizuhopecten yessoensis, Mimachlamys nobilis
- MSC labelWildvangst
- ASC labelAquacultuur
- Zuid-Amerika (Chili, Peru)Aquacultuur - Hangcultuur
- Atlantische Oceaan noordoost FAO 27 (Noorwegen)Hand geraapt
- Atlantische Oceaan noordoost FAO 27Hand geraapt
- Pacifische Oceaan noordwest FAO 61Dreg
- Atlantische Oceaan noordwest, noordoost FAO 21 (Canada, Verenigde Staten van Amerika); FAO 27Bodemsleepnet, Dreg
Biologie
De Europese St-Jakobsschelp (Pecten maximus) komt voor in het oosten van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee. Het is een filtervoeder die zijn voedsel rechtstreeks uit het water rondom hem filtert. Een volwassen exemplaar heeft meestal een schelp met een diameter tussen 10 en 15 cm, soms kan de schelp een diameter van wel 17 cm hebben. De Amerikaanse St-Jakobsschelp (Placopecten magellanicus) heeft zijn oorsprong in de Verenigde Staten en in Canada. Mizuhopecten yessoenis komt voor in Japan en Mimachlamys nobilis in Vietnam.
Toestand van het bestand
In het oosten van het Kanaal leidt de implementatie van strenge regelgeving tot een toename in de totale biomassa van St-Jakobsschelpen. In het westen van het Kanaal zijn de bestanden relatief gezond. Alle bestanden in de Baai van Brest zijn overbevist. Om de exploitatie toch mogelijk te houden, worden de wilde populaties aangevuld met zaad uit lokale broedkamers. Dit is echter geen duurzaam systeem. In Schotland is er onvoldoende informatie beschikbaar om de toestand van het bestand te evalueren. Er wordt wel aangenomen dat het bestand er tot op het maximale niveau bevist wordt, en toename in de visserijdruk zou onaanvaardbaar zijn. In de Verenigde Staten en in Canada wordt Placopecten magellanicus zwaar bevist, maar blijft het bestand wel op een duurzaam niveau. Er is geen informatie aanwezig over de Mizuhopecten yessoensis en Mimachlamys nobilis bestanden.
Ecologische impact
Wanneer St-Jakobsschelpen met de hand verzameld worden, is er nauwelijks sprake van ecologische impact. Er is geen bijvangst of teruggooi en de impact op de bodemhabitat is laag. Industriële visserijen gebruiken echter sleepnetten of boomkorren om St-Jakobsschelpen te verzamelen. Bij het gebruik van sleepnetten of boomkorren is er steeds een grote hoeveelheid bijvangst aanwezig, vaak soorten die reeds bedreigd worden door overbevissing. Boomkorvisserijen hebben ook een negatieve impact op de overleving van verschillende bodemsoorten, zoals koudwaterkoralen, jonge vissen en bedreigde diersoorten, zoals haaien en roggen. De netten worden immers over de bodem voortgesleept en vernietigen hierbij de bodemhabitat. Door dit effect op de bodem, en het effect op verschillende vispopulaties, beïnvloedt de boomkorvisserij het hele ecosysteem, wat langetermijngevolgen heeft.
Bij het baggeren of dreggen worden de St-Jakobsschelpen van de zeebodem geschraapt waarbij het habitat eveneens volledig wordt vernield.
Beleid
St-Jakobsschelpen zijn sedentaire organismen met een heel hoge voortplantingssnelheid. Er zijn verschillende omgevingsfactoren, zoals de watertemperatuur en de voedselbeschikbaarheid, die de productiviteit van St-Jakobsschelpen bepalen en in acht dienen genomen te worden bij het opstellen van een beleidsplan. In sommige landen, waaronder Frankrijk, wordt de vangst van St-Jakobsschelpen sterk gereguleerd. De maximum toegestane maaswijdte voor de netten is hier kleiner dan in andere landen en er is ook een minimum aanlandingsgrootte ingesteld. De maatregelen zijn in vele gebieden doeltreffend. In de Verenigde Staten en in Canada wordt er met een systeem gewerkt, waarin zones afwisselend bevist worden.
- Marine Stewardship Council - 1
- Aquaculture Stewardship Council - 1